Ik was nog pas 16 toen ik mijn man leerde kennen. Ik was bezig met een
studie die mij totaal niet lag en ik vertoonde dwars pubergedrag. Gevolg
hiervan was dat ik me zelf heel volwassen ging afmelden bij de schooldirecteur.
Ik zat tegenover deze man en zei heel stoer dat ik na de kerstvakantie niet
meer terug zou komen. Daarbij maakte ik meteen duidelijk dat ik ook niet om te
praten was. Meneer de directeur was het helemaal niet eens met mijn beslissing,
ik was nog leerplichtig, dus ik moest gewoon naar school. Ja tuurlijk joh! En
daar zal ik me wat van aantrekken? Dacht het niet!
Na de kerst begon voor mij dus een lange vakantie. Mijn ouders konden
praten als Brugman om mij terug te laten keren naar school, maar helaas ging
dat niet lukken. Aangezien mijn moeder niet van plan was om alle dagen met een
rebelse dochter thuis te zitten, werd ik er wel op gewezen dat ik maar een
baantje moest gaan zoeken. Zo gezegd zo gedaan.
Ik kreeg een baantje in een bollenschuur bij familie, en verdiende mijn
eigen centen. Uiteraard lieten mijn ouders het hier niet bij zitten. Natuurlijk
prachtig dat ik niet thuis zat, maar mijn ouders waren van mening dat er veel
meer in mij zat. En dat ik ook veel meer zou kunnen bereiken in mijn leven.
Uiteindelijk kwamen wij tot een compromis, werd ik op mijn fiets gezet en naar
het eerst volgende dorp gestuurd waar een HAVO was. Ik moest mij daar maar gaan
melden bij de directeur. Als ik namelijk heel stoer zelf de beslissing kan
nemen om te stoppen met een opleiding, dan was ik ook stoer genoeg om mijzelf
weer aan te melden bij een andere opleiding.
Gelukkig werd ik aangenomen en 2 jaar later had ik mijn HAVO diploma op
zak. Ik had mezelf opgegeven voor een vervolg studie op de Frederik Mueller
Academie voor een opleiding tot bibliothecaris en archivaris voor de duur van
vier jaar, en daar was ik voor aangenomen.
Vier jaar, mompelde ik tegen mijn man. Dat betekend dat ik al 22 jaar
oud ben als ik mijn studie afrond. Dat betekend dat we dan pas misschien gaan
samenwonen. Ik zag dat helemaal niet zitten. Ik voelde mijzelf volwassen, ik had
een eigen mening en ik was toe aan een eigen plek om mijn eigen dingen te doen.
Daarmee wil ik niet zeggen dat ik het niet fijn had bij mijn ouders, maar het
was wel tijd om uit te vliegen.
Zo makkelijk gezegd, zo makkelijk gedaan. Wonder boven wonder hadden wij
binnen 3 weken een huis. 19 jaar en al op eigen benen. Na het inrichten van ons huisje, was er geen
spaargeld meer over om een auto te kopen. Toch was die auto heel belangrijk
voor ons. Mijn man was zijn eigen bedrijfje gestart, en daar had hij vervoer
voor nodig.
Nadat wij de problematiek hadden voorgelegd bij de broer van mijn man,
konden wij een geld bedrag lenen om ons autootje te kopen. Het werd een witte Corsa, met geblindeerde ramen, achterin een laadruimte, voorin 2 stoelen en een
stuur. Precies geschikt voor ons. We waren toch maar met zijn tweeën. Meer heb
je niet nodig.
Je auto showen, ook al was hij gefinancierd door mijn zwager is
natuurlijk het mooiste wat je kan doen. Wat een enorm bezit. Zo gingen wij op
een zaterdagochtend op weg naar Waalwijk. Mijn mans vader woonde daar, en het
was een twee in één rit. Gezellig op de koffie, en meteen onze nieuwe auto
laten zien. Maar helaas bij de Coentunnel in Amsterdam ging het mis. We
belanden met onze nieuwe derdehands auto in een kettingbotsing. De voorzijde
werd doorboord door een trekhaak, de achterzijde geramd door 2 andere auto’s.
Onze nieuwe auto zat letterlijk in de kreukels. Daarbij probeerde de voorganger
bij het wegrijden onze auto te stelen. Deze zat namelijk nogal vast op de
trekhaak.
Gelukkig was er geen lichamelijk letsel te betreuren, en konden wij snel
uit de tunnel gehaald worden. Ons autootje was overleden, dat konden wij als
leek wel zien. Weg autootje, weg centjes.
Lang konden we niet treuren over het verlies van de witte Corsa. De tijd
was aangebroken om op jacht te gaan naar de volgende auto. Dat werd een mooie
zilver grijze Simca Horizon. Bruin getinte ramen, luxe bekleding, automaat met
cruise controle, wat wil je eigenlijk nog meer.
Met deze auto waren we toch echt van plan om de rit naar Waalwijk te
maken, en zo gezegd zo gedaan. De Coentunnel kwamen we zonder schade door. Het
was wel even moeilijk want de kettingbotsing zat nog vers in ons geheugen. Maar
alles ging gelukkig goed. Totdat wij op
de brug bij Zaltbommel kwamen. Het was inmiddels donker geworden, en het begon
te regenen. Dus de ruitenwissers moesten hun werk gaan doen. Na wat gepiep en
gekraak lieten deze zwabberaars het helaas afweten. Om ongelukken te voorkomen
reden wij direct de snelweg af, en zochten een parkeerplaats op, om na te zien
wat er onder de motorkap aan de hand was. Niet dat wij nou zo technisch waren,
maar ja, kijken kan altijd.
Na heel professioneel een aantal rukken aan de motorkap te hebben
gegeven, ging deze eindelijk open. Bij het schijnsel van een lantaarnpaal die
even verderop stond, keken wij naar de ingewanden van de auto. Aangezien wij natuurlijk niets konden zien,
zonder dat de auto in actie was, werd ik achter het stuur gezet en kreeg de
opdracht om de ruitenwissers hun werk te laten doen. Bij het aanzetten van de
wiswas installatie hoorde ik mijn man roepen dat hij gevonden had wat het
probleem was. Er was namelijk een stangetje ……. En dat was dan meteen het einde
van het verhaal, het stangetje waar het omging, schoot los en belande in het
onverlichte grasveld waar wij bij stonden. Weg was het stangetje, weg was de
mogelijkheid om het probleem te repareren. Natuurlijk hebben wij samen gezocht
of we het voorwerp konden vinden, maar ja het regende ontzettend hard, er was
weinig licht van de lantaarnpalen en het werd daardoor een soort van “een naald
in een hooiberg zoeken”.
Toen wij weer drijfnat in de auto zaten, hebben wij toch even wat
overdenkingen gehad hoe het nu verder moest. Op zich was Waalwijk niet ver,
maar de weg vervolgen via de snelweg, dat was te gevaarlijk. Uiteindelijk
hebben we de ruitenwissers op een dusdanige positie gezet dat wij ruimte hadden
om er onder door te kijken. Langzaam vervolgde wij onze weg over binnen weggetjes
en na zeer lange tijd bereikten wij dan eindelijk Waalwijk.
De volgende dag moest er toch een oplossing gezocht worden voor de
ruitenwissers. Wij moesten namelijk weer terug naar huis en het regende nog
steeds. Ik weet nog goed dat wij een super oplossing met waslijn gemaakt
hadden. Beide ruitenwissers werden met elkaar verbonden en wij hadden ieder via
het raam een touwtje in de hand. Doormiddel van een harde ruk aan het touw
gingen de ruitenwissers omhoog en naar beneden. De weg naar huis was een zeer
lange en moeizame weg, die bestond uit het steeds roepen van ja, als we een ruk
aan het touw hadden gegeven.
Uiteindelijk hebben wij natuurlijk ontzettend veel lol gehad, vooral om
de voorbijgangers die onze uitvinding bekeken.
We hadden zoveel bekijks, dat sommige bestuurders zich weer terug lieten
zakken om het nogmaals te aanschouwen. Ach ja… noem het creatief met touw. Je
moet toch wat en wij waren er mee gered. Na een uur stopte het gelukkig met
regenen en hebben we de rest van de reis in redelijke rust kunnen volbrengen,
maar wel met de blaren op onze handen.
Meesterlijk geschreven!
BeantwoordenVerwijderen