donderdag 6 december 2012

Hoofdstuk 11: Een pilletje lost alles op


Ondertussen liep ons eigen bedrijf erg goed, en was onze leef en thuissituatie behoorlijk stabiel. In al die jaren hadden we toch al een spaarpotje gemaakt. En alsof mijn lichaam er op heeft zitten wachten, op mijn 30ste levensjaar sprak ik voor het eerst weer over mijn kinderwens.

Opeens kwam het hoge woord er uit, en daarbij tegelijkertijd ook meteen tranen. “Als we nog aan kinderen wilden gaan denken, dan moeten we daar nu wel mee beginnen”. Mijn man keek me verbaasd aan, en zei eigenlijk al meteen dat hij het daar mee eens was.

Al die jaren was er niet meer over gesproken. En dat is niet omdat het niet bespreekbaar zou zijn, maar het leven ging zijn weg. Het feit dat ikzelf er al die tijd niet over gesproken had lag meer aan een verdrietig en bedenkelijk gevoel dat ik had. Geen menstruatie meer en dat al zo lang niet. Zou het dan wel gaan lukken? Willen wij die moeilijke weg wel gaan? Maar uiteindelijk wint het moedergevoel.

Het werd dus tijd om een afspraak te maken bij de huisarts, want tja ik had nog steeds een spiraaltje in mijn baarmoeder, en die moest er toch eerst uit. Het idee dat dat gedaan moest worden, maakte mij al misselijk. Het inzetten ervan was een groot drama geweest. Ik moet er niet aan denken dat ik dat nog een keer mee moet maken. Maar aan de andere kant, als ik zwanger wil worden, dan moet dat ding er uit.

Nou dat was dus werkelijk stress om niets. Eerst hadden wij een gesprek met de huisarts. Natuurlijk was hij al op de hoogte van mijn situatie. Het spiraaltje werd zonder noemenswaardige pijn verwijderd, en ik kreeg meteen een verwijsbrief voor de gynaecoloog. Volgens hem had het geen zin om eerst gewoon te gaan proberen. Nader onderzoek was gewenst, maar ik moest me echt niet ongerust maken. Er waren namelijk pillen die er voor zouden zorgen dat het allemaal goed zou komen.

Mijn huisarts gaf aan dat het een goed zaak was om een temperatuur curve bij te houden. Het was dus de bedoeling dat ik iedere ochtend voor dat ik opstond mijn lichaamstemperatuur moest meten. De gegevens moest ik verwerken in een grafiek en zo kreeg ik een overzicht van hoe mijn temperatuur in de maand schommelde.

Maar wat moet je dan in godsnaam met zo een lijstje. Ik zat vol met vragen, en die gingen dan ook rap over tafel. Wat zie ik dan aan die gegevens? Wat moet ik daar dan verder mee doen? Wat heeft de arts in het ziekenhuis daar dan aan? Mijn huisarts nam gelukkig de moeite om de vragen te beantwoorden. Een dergelijke grafiek laat heel veel dingen zien. Het mooiste zou zijn om te starten met temperaturen als ik aan mijn nieuwe maandcyclus zou beginnen, maar aangezien ik die niet had, moest ik gewoon maar de volgende dag gaan starten.

Wij kregen vervolgens uitleg over het temperaturen. Mijn huisarts pakte een voorbeeld grafiek er bij en startte zijn verhaal. Als je in de nieuwe cyclus start dan is je lichaamstemperatuur het “laagst”, en deze temperatuur houdt aan tot net voor de eisprong. De dag van de eisprong zakt de temperatuur iets, om de dag erna enkele tienden van een graad hoger te liggen, dan de dag voor de daling. Als de hogere temperatuur minstens 3 dagen blijft dan heb je een eisprong gehad. Normaal blijft de temperatuur hoog tot de volgende menstruatie.

Mijn huisarts keek mijn kant op en vroeg of ik alles had begrepen. Ja natuurlijk had ik de uitleg begrepen, alleen ik heb nooit een menstruatie, dus volgens mij ga je ook niets zien op de grafiek. Hij antwoordde dat dat ook informatie is, en dat de gynaecoloog daar zeker wat mee kon.

Vol goede moed gingen mijn man en ik naar huis, en de volgende dag startte ik met mijn nieuwe taak, namelijk temperaturen!!! Zoals ik al verwacht had gebeurde er weinig met mijn temperatuur, maar omdat de huisarts aangegeven had dat het belangrijk was dat ik die informatie bijhield, ging ik trouw verder met de metingen.

Na een wachttijd van ongeveer drie maanden waren we eindelijk aan de beurt om naar de vruchtbaarheidsgynaecoloog te gaan. De arts waar wij een afspraak mee hadden was zeer gerenommeerd op het gebied van de vruchtbaarheidsproblematiek. Volgens mijn huisarts was dit de beste arts die we ons maar kon wensen.
Wat betreft diagnose stellen, was hij erg vlug. Wij zaten nog maar net op de stoel en hij las de brief van de huisarts, toen hij mij aankeek en zei dat hij direct al kon zien wat het probleem was.

Ik kreeg daar al een raar gevoel van. Hoezo kan hij direct al zien wat er aan de hand is, zonder dat ik onderzocht ben. De arts begon een aantal zaken op te noemen die gebaseerd waren op mijn uiterlijk. Het eerste punt wat hij noemde was mijn overgewicht. Vooral het overgewicht rond de buikstreek. Daarna de grote bos donkere haren op mijn hoofd, maar ook de donkere haren op mijn armen gaven hem informatie over mijn problematiek. Daarna had hij het over het feit dat ik een “ossenrug” had. Deze manier van analyseren en diagnose stellen maakte mij niet blij. Wat een rare man die arts, en dan druk ik me hier nog zachtjes uit. Ik wilde dus ook weten wat hij bedoelde met de ossenrug.

Natuurlijk was hij bereid om het uit te leggen. De ossenrug is een lichamelijk aspect die een verdikking geeft onder aan de nek, net tussen de schouders. Veel vrouwen die onvruchtbaar zijn hebben een dergelijke verdikking. Tja daar kon ik het dan mee doen. Maar het was wel waar wat hij zei. Als ik naar foto’s keek toen ik nog slank was, kon je toch al zien dat onder aan de nek een lichte ophoping van vet zat, waardoor het net leek of ik altijd met gebogen schouders liep.

Om zijn analyse toch helemaal af te ronden, werd er een inwendig onderzoek gedaan. Ik vond het niet prettig dat dit moest gebeuren, maar ja het hoort er wel bij. Gelukkig was er een assistentie bij die mij geruststelde, en mijn man zat ook dicht bij in de spreekkamer.
Het onderzoek duurde niet zolang, en hij gaf aan dat hij met het onderzoek meteen al een bevestiging had over mijn situatie. Ik was verminderd vruchtbaar, maar volgens hem geen hopeloos geval. De manier waarop hij dit zei maakte hem nu echt onsympathiek. Ik ben verdorie geen koe die onderzocht moest worden. Ik ben een vrouw met gevoel, en die hoor je niet te benoemen in de trant van wel of niet een “hopeloos geval” zijn.

Mijn achting voor deze man daalde ook naar het nul punt, maar ik hield wijselijk mijn mond. Ik wilde graag zwanger worden, en volgens mijn huisarts was hij de beste arts die ik me maar kon wensen. De gynaecoloog gaf aan dat er in mijn eierstokken meerder eicellen zaten die niet tot ontwikkeling waren gekomen. Deze eicellen zagen er op de inwendige echo als een kralenkrans uit. En daardoor was er een medische bevestiging gekomen dat ik niet voldoende vruchtbaar was om de klus zelf te gaan klaren, maar hulp was onderweg. Na een korte blik op mijn temperatuur grafieken was het consult eigenlijk ten einde.

De arts gaf mij een recept mee voor een kuur Primoluut en Clomid. Primoluut wordt gebruikt om de baarmoeder “schoon te  maken” , zodat ze ontvankelijk is voor innesteling van de eicel, en Clomid was de medicatie die mijn eicelgebeuren moest stimuleren. Verder kreeg ik de opdracht om opnieuw de temperatuur lijst bij  te houden zodat ik kon constateren of er een verandering optrad met de medicijnen die ik nam. Als allerlaatste raad kreeg ik op mijn hart gedrukt dat ik echt wat aan mijn overgewicht moest gaan doen. Daarna murmelde hij: ” maar met dat wat jij hebt zal dat wel moeilijk gaan”. Voor mij bleef onduidelijk wat “dat wat ik heb” betekende, de arts boog zijn hoofd en schreef verder in mijn dossier, en daarmee was mijn consult ten einde, en wist ik dat ik dat ik “iets had”, dat ik medicijnen kon nemen om de mogelijkheid voor een zwangerschap te verbeteren, en dat ik iets aan mijn gewicht moest doen, maar dat het wel niet zou lukken omdat ik “iets had”.

Wij verlieten het ziekenhuis met een gemengd gevoel. De manier waarop wij door de arts waren benaderd vonden we niet fijn, aan de andere kant waren wij bereid om ons daar in te schikken omdat hij als kundig bestempeld stond. De andere kant van ons gevoel was, dat we nu echt op weg waren om zwanger te gaan worden. Het zou geen makkelijke weg zijn, maar de situatie was niet hopeloos, dus wie weet zou we misschien wel over een jaar een baby in onze armen houden. We keken naar elkaar, en we kregen het er allebei warm van.

Voordat we echt konden beginnen stond de Primoluutkuur voor mij op het programma. Na het lezen van de bijsluiter had ik voor mezelf al een beeld gekregen wat er zou gaan komen. De Primoluutkuur zou tien dagen duren, drie maal per dag een tabletje. Vijf tot acht dagen na de laatste tablet komt er dan een onttrekkingsbloeding. Aangezien het al heel lang geleden was dat ik een maandelijkse bloeding had gehad, werd ik behoorlijk ziek tijdens deze onttrekkingsbloeding. Maar ik wilde graag zwanger worden, en als dat betekend dat ik deze weg moet gaan, dan zal ik die ook gaan.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten